Overbruggingsregeling transitievergoeding versoepeld

De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de overbruggingsregeling transitievergoeding zijn per 1 januari 2019 versoepeld. Deze regeling is bestemd voor werkgevers met een klein bedrijf, die bij ontslag van hun werknemer(s) de transitievergoeding niet kunnen betalen. Kom je voor deze overbruggingsregeling in aanmerking, dan hoef je bij de berekening van de transitievergoeding geen rekening te houden met dienstjaren van vóór 1 mei 2013. Dit moet voorkomen dat je door de transitievergoedingen verder in de problemen komt. Jouw adviseur kan nagaan of jij op grond van de versoepelde voorwaarden in aanmerking komt voor deze overbruggingsregeling.

Meer weten?

Wil je graag een persoonlijk advies over dit onderwerp? Mail of bel: 088-3458430 en vraag naar Johan de Beuze.

Anoniementarief bij ontbreken buitenlands adres

Van werknemers die geen inwoner zijn van Nederland mag u in de aangifte Loonheffingen niet het tijdelijke Nederlandse verblijfsadres (bijvoorbeeld een vakantiewoning) opnemen. U moet het buitenlandse adres vermelden. Is dat niet bekend, dan past u het anoniementarief toe. Aan de hand van de feiten en omstandigheden bepaalt u van welk land een werknemer inwoner is. Als zijn/haar sociale en economische leven zich hier afspeelt, is dat Nederland. Woont het gezin in het buitenland, gaan zijn/haar kinderen daar naar school, worden er daar bankrekeningen aangehouden en wordt daar ook regelmatig naartoe gereisd? In dat geval is hij of zij geen inwoner van Nederland. U neemt dan het buitenlandse adres op in de loonadministratie.

Tip
Vraag de werknemer bij twijfel om een woonplaatsverklaring. Deze kan worden aangevraagd bij het belastingkantoor (mogelijk in het buitenland) waaronder de werknemer valt.

Meer weten?

Wil je graag een persoonlijk advies over dit onderwerp? Mail of bel: 088-3458430 en vraag naar Johan de Beuze.

Hogere vrije ruimte voor kleine werkgevers

Er komt vanaf 1 januari 2020 een tweeschijvenstelsel in de berekening van de vrije ruimte binnen de Werkkostenregeling (WKR). De vrije ruimte wordt dan berekend als 1,7% van de loonsom tot € 400.000 plus 1,2% van de resterende loonsom. Daarnaast hoeft u een vergoeding voor een verklaring omtrent gedrag (VOG) niet meer ten laste van de vrije ruimte te brengen. Nu tellen die vergoedingen nog wel mee voor de vrije ruimte. Dit leidt tot veel onbegrip bij werkgevers, omdat een VOG vaak wettelijk verplicht is en niet tot een voordeel leidt voor de werknemer. De wijzigingen zijn een gevolg van een evaluatie van de werkkostenregeling. Hierbij is er overleg geweest met ondernemers, brancheorganisaties en intermediairs.

Hoe pakt de verruiming uit?

We geven hierna enkele voorbeelden van hoe deze verruiming van de werkkostenregeling concreet uitpakt.

Loonsom (€) Vrije ruimte voor de maatregel (€) Vrije ruimte na de maatregel (€) Verruiming als bedrag (€) Verruiming als percentage
200.000 2.400 3.400 1.000 42%
400.000 4.800 6.800 2.000 42%
800.000 9.600 11.600 2.000 21%
4.000.000 48.000 50.000 2.000 4%
Meer weten?

Wil je graag een persoonlijk advies over dit onderwerp? Mail of bel: 088-3458430 en vraag naar Johan de Beuze.

Pas anoniementarief toe bij ontbreken buitenlands adres

Pas anoniementarief toe bij ontbreken buitenlands adres

Van werknemers die geen inwoner zijn van Nederland mag u in de aangifte Loonheffingen

niet het tijdelijke Nederlandse verblijfsadres (bijvoorbeeld een vakantiewoning) opnemen. U moet het buitenlandse adres vermelden. Is dat niet bekend, dan past u het anoniementarief toe. Aan de hand van de feiten en omstandigheden bepaalt u van welk land een werknemer inwoner is. Als zijn/haar sociale en economische leven zich hier afspeelt, is dat Nederland. Woont het gezin in het buitenland, gaan zijn/haar kinderen daar naar school, worden er daar bankrekeningen aangehouden en wordt daar ook regelmatig naartoe gereisd? In dat geval is hij of zij geen inwoner van Nederland. U neemt dan het buitenlandse adres op in de loonadministratie.

Vraag de werknemer bij twijfel om een woonplaatsverklaring. Deze kan worden aangevraagd bij het belastingkantoor (mogelijk in het buitenland) waaronder de werknemer valt.

Meer weten?

Wil je graag een persoonlijk advies over dit onderwerp? Mail of bel: 088-3458430 en vraag naar Johan de Beuze.

Langer geboorte-, pleeg- en adoptieverlof

Uw werknemers hebben sinds 1 januari 2019 langer verlof na de bevalling van hun partner. Fulltime werknemers hebben dan recht op vijf dagen geboorteverlof (voorheen: kraamverlof). Parttimers krijgen verlof naar rato van de arbeidsduur per week. U moet als werkgever tijdens dit verlof het volledige loon van de werknemer doorbetalen.
Vanaf 1 juli 2020 komt daar nog het aanvullend geboorteverlof bij. Dit aanvullend verlof duurt maximaal vijf keer de arbeidsduur per week. Tijdens dit verlof krijgt de werknemer een uitkering van het UWV van 70% van zijn/haar (maximum)dagloon.

Meer pleegzorg- en adoptieverlof
Uw werknemers hebben sinds 1 januari 2019 ook recht op twee weken langer pleeg- en adoptieverlof. Dit verlof wordt daardoor verlengd van maximaal vier naar zes weken.

Tip
Pas uw verlofadministratie aan op het extra geboorte-, pleegzorg-, en adoptieverlof.

Meer weten?

Wil je graag een persoonlijk advies over dit onderwerp? Mail of bel: 088-3458430 en vraag naar Johan de Beuze.

Zwangere werkneemster moet zwangerschapsverklaring voortaan zelf bewaren

Met ingang van 1 januari 2019 moeten uw zwangere werkneemsters zelf de verklaring bewaren van een arts of een verloskundige over de vermoedelijke bevallingsdatum. Op verzoek van het UWV moeten de werkneemsters deze verklaring kunnen overleggen. Daarmee wordt deze regeling gelijk aan de regeling bij zwangere zelfstandig onderneemsters en meewerkende echtgenoten. Dit is dus een administratieve lastenverlichting voor u als werkgever.

Tip
Informeer uw werkneemsters over deze wijziging, zodat zij dit in voorkomende gevallen voortaan zelf regelen met het UWV.

<p>Wil je graag een persoonlijk advies over dit onderwerp? <a href=”https://connacc.nl/contact-johan”>Mail</a> of bel: 088-3458430 en vraag naar <a title=”Over ons” href=”https://connacc.nl/over-ons/”>Johan de Beuze</a>.</p>

Jeugd-LIV 2019

De leeftijdsgrens voor het volwassen wettelijk minimumloon is in 2017 verlaagd van 23 naar 22 jaar en het wettelijk minimumloon voor 18- tot en met 21-jarigen is verhoogd. Vanaf 2018 kunt u recht hebben op een compensatie – het jeugd-LIV – voor deze laatstgenoemde groep. LIV staat voor het Lage-Inkomensvoordeel: een voordeel dat u voor werknemers uit de twee laagste inkomensgroepen kunt krijgen. Het jeugd-LIV hoeft u niet aan te vragen. Deze compensatie wordt namelijk vastgesteld aan de hand van de ingediende loonaangiften. De bedragen van de jeugd-LIV 2019 zijn:

Leeftijd op 31-12-2018 compensatie per verloond uur maximum per kalenderjaar
21 jaar € 0,91 € 1.892,80
20 jaar € 0,59 € 1.227,20
19 jaar € 0,16 € 332,80
18 jaar € 0,13 € 270,40

Tip
Zorg dat uw salarisadministrateur alle benodigde gegevens heeft om de juiste loonaangifte te doen, zodat u geen jeugd-LIV misloopt.

Meer weten?

Wil je graag een persoonlijk advies over dit onderwerp? Mail of bel: 088-3458430 en vraag naar Johan de Beuze.

Jaarafrekening werkkostenregeling

U moet als werkgever deze maand beoordelen of u in 2018 de vrije ruimte heeft overschreden. Blijft het totale eindheffingsloon binnen de vrije ruimte, dan hoeft u geen eindheffing aan te geven en te betalen. Wordt de vrije ruimte overschreden, dan betaalt u 80% eindheffing over het verschil tussen de vrije ruimte en het totale eindheffingsloon. De eindheffing wordt aangegeven in de eerste loonaangifte van 2019.

Tip
U kunt de eindheffing voorkomen door tussentijds te controleren of u de vrije ruimte niet overschrijdt. Heeft u al in 2018 eindheffing betaald? U kunt dan achteraf te veel of te weinig eindheffing hebben betaald. U corrigeert dit ook in de loonaangifte over het eerste tijdvak van 2019.

Meer weten?

Wil je graag een persoonlijk advies over dit onderwerp? Mail of bel: 088-3458430 en vraag naar Johan de Beuze.

Subsidieregeling praktijkleren

Heb je het afgelopen schooljaar leerlingen of studenten begeleid binnen jouw onderneming? Het kan zijn dat je dan gebruik kunt maken van een subsidie in het kader van de ‘Subsidieregeling praktijkleren’. Met deze subsidieregeling kun je maximaal € 2.700 krijgen per gerealiseerde praktijkleer- of werkleerplaats per studiejaar. Of je van deze regeling gebruik kunt maken en hoe je de subsidie aanvraagt, lees je hierna. Lees verder “Subsidieregeling praktijkleren”

Uitbetalen en uitruilen overuren

Je moet sinds 1 januari 2018 alle werknemers die meer werken dan de normale arbeidsduur van een fulltime werkweek (meestal 36, 38 of 40 uur per week) minimaal evenredig meer minimumloon betalen. Daarnaast
gelden er sinds 1 januari 2018 nieuwe regels voor het uitruilen van loon voor overuren die tegen het wettelijk minimumloon worden betaald. Lees verder “Uitbetalen en uitruilen overuren”